HIER VINDT U ALLE INFORMATIE OVER LETSEL

Als een tand afbreekt, los staat of uit de mond is, is er sprake van tandletsel. Ga direct met de beschadigde tand of het stukje tand naar de tandarts.

Ga met de afgebroken tand direct naar de tandarts. Houd daarbij het tanddeel nat! De tandarts bekijkt of hij het afgebroken stuk kan terugplaatsen. Als terugplaatsing niet mogelijk is, herstelt de tandarts de tand met tandkleurig materiaal (composiet). Als er geen klachten zijn, doet de tandarts aan een afgebroken melktand doorgaans niets. Eventueel slijpt hij de scherpe rand van de tand glad, zodat uw kind de tong niet beschadigt.

Niet aankomen of terugduwen. Ga direct naar de tandarts.

Plaats de tand van een blijvend gebit terug in de mond. Hoe sneller u dat doet, hoe groter de kans op succes is. Handel als volgt:

  1. Zoek de tand snel op.
  2. Pak de tand bij de kroon vast. De kroon is het deel van de tand dat boven het tandvlees zichtbaar is. Vermijd contact met de wortel van de tand. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner.
  3. Spoel de tand af met melk. Geen melk binnen bereik? Laat de patiënt de tand dan schoonlikken of -zuigen. Reinig de tand nóóit met water of reinigingsmiddelen en gebruik evenmin een borsteltje. Dat maakt de kans op een succesvolle terugplaatsing kleiner. Bovendien kan de tand door afspoelen onder de kraan in de afvoer verdwijnen.
  4. Is de tand schoon? Plaats hem dan terug.
  5. Houd vervolgens de tanden op elkaar met ertussen een papieren zakdoekje of een gaasje. Zo blijft de tand het beste op zijn plaats.
  6. Ga direct naar de tandarts. Die zal de teruggeplaatste tand controleren en vastzetten (spalken).
 
Let op: plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kunt u de nieuwe blijvende tand beschadigen.

Leg de tand in de melk. Geen melk binnen bereik? Bewaar de tand dan los in de mond, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang. Als de tand langer dan een halfuur droog is geweest, kan hij nauwelijks met succes worden teruggezet. Bewaar de tand dus nooit in een zakdoek of doosje op weg naar de tandarts.

Gebitsletsel kunt u soms voorkomen. Tijdens het sporten kunt u bijvoorbeeld een gebitsbeschermer dragen. Die biedt geen garantie, maar kan de eventuele schade bij een ongeluk beperken. Er bestaan verschillende soorten beschermers. Kant-en-klare zijn te koop in sportwinkels. Deze passen vaak niet goed en beschermen daarom onvoldoende. Het beste werkt de gebitsbeschermer die precies op maat is gemaakt door uw tandarts.

Door een ongeval kan een tand uitvallen of beschadigen. Neem in zulke situaties direct contact op met uw tandarts. Zoek zo snel mogelijk alle losse stukjes of de complete tand op en ga ermee naar de tandarts. Plaats een uitgevallen melktand nóóit terug. Daarmee kunt u de nieuwe blijvende tand beschadigen. Houd een uitgevallen tand of een afgebroken stuk tand vochtig, het liefst met melk. Geen melk binnen bereik? Bewaar de tand of het tanddeel dan los in de mond van de ouder/verzorger, bij voorkeur in de ruimte tussen de kiezen en de wang.

Elke keer als u iets eet, zetten de bacteriën in de tandplak de suikers en koolhydraten in het voedsel om in zuur. Zo’n ‘zuurstoot’ kan het glazuur van de tanden en kiezen aan­tasten. Dat veroorzaakt gaatjes. Gelukkig helpt het speeksel het gebit te beschermen, maar daar is wel tijd voor nodig. Daarom is het belangrijk om zo min mogelijk tussen doortjes met koolhydraten (suiker en zetmeel) te gebruiken. Verder is het ook belangrijk iedere dag uw tanden te poetsen met fluoridehoudende tandpasta. Daarmee beperkt u de kans op schade aan uw gebit.

2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.