HIER VINDT U MEER INFORMATIE OVER DIVERSEN ONDERWERPEN

Als u krachtig of te intensief (te vaak of te lang) op een plek poetst, kunnen groeven in het gebit ontstaan. Zelfs het tandvlees kunt u wegpoetsen, waardoor de tandhalzen bloot komen te liggen. Blootliggende tandhalzen zijn niet bedekt met glazuur en daarom gevoeliger voor slijtage. Vermijd om dezelfde redenen te intensief gebruik van tandenstokers of ragers.

Een goede mondhygiëne houdt meer in dan tweemaal per dag uw tanden poetsen met een fluoridetandpasta. Reinig ook dagelijks de ruimten tussen uw tanden en kiezen met tandenstokers of ragers. Als deze ruimte erg klein is, kunt u beter flossdraad gebruiken.

Als u kauwgom kauwt, activeert u de productie van beschermend speeksel. In de meeste soorten kauwgom zitten suikervervangers. Kijk ernaar op de verpakking en kies een suikervrije variant. 

Zuigen is een natuurlijke, instinctmatige behoefte van een kind. Kinderen zuigen graag op hun duim of op een speen. Meestal levert dit geen problemen op voor het melkgebit. Pas als de eerste snijtanden van het blijvend gebit doorbreken, kan duimen schadelijk zijn. Dan kan uw kind de boventanden van het blijvend gebit en de kaak naar voren duwen. Probeer het duim- of speenzuigen van uw kind voor die tijd af te leren. Geef bijvoorbeeld iets in handen of leid uw kind overdag af. Een speen kunt u natuurlijk gemakkelijk weghalen. Een kind stopt zijn duim sneller en vaker in de mond dan een speen. Daarom leert een kind het gebruik van een speen meestal gemakkelijker af. Zijn er problemen? Vraag uw tandarts om advies.

Veel peuters zuigen op hun duim, speen of vinger. Sommige kinderen persen hun tong bij het slikken tegen het gehemelte en drukken hem tussen de boven- en ondertanden. Duim- of speenzuigen en tongpersen beïnvloeden de stand van de tanden. Probeer uw kind het zuigen en tongpersen af te leren. Doe dat vóór het doorbreken van de blijvende voortanden. Geef bijvoorbeeld iets in handen of leid uw kind overdag af. Of beloon uw kind als het een bepaalde tijd is gestopt. Krijgt u verkeerde gewoonten niet afgeleerd? Vraag dan uw tandarts om advies.

Bang zijn bij de tandarts is niet ongewoon. Ongeveer tachtig procent van de mensen is min of meer angstig bij de tandarts, vijf tot zeven procent is heel erg bang. Mensen die heel bang zijn durven soms helemaal niet meer naar de tandarts te gaan. Omdat ze vaak lang niet zijn gegaan, zijn ze nóg banger om weer wel te gaan: misschien hebben ze in de tussentijd wel gaatjes gekregen of hebben ze zelfs al pijn!

 

Als u de plak in bepaalde omstandigheden niet voldoende kunt verwijderen, dan biedt een speciale mondspray, spoelmiddel of gel, vaak op basis van chloorhexidine, uitkomst. Deze stof vermindert de wer king van schadelijke bacteriën in tandplak. Chloorhexidine kan niet gecombineerd worden met alle soorten tandpasta’s. Er dient minimaal één uur tussen het gebruik van beide producten te liggen.

Overleg altijd met de tandarts of mondhygiënist over de juiste aanpak van het mond hygiëneprobleem. In de eerste plaats omdat de meeste antiplakmiddelen die te koop zijn geen chloorhexidine bevatten. Maar ook omdat de tanden door het gebruik van chloor hexidine kunnen verkleuren. Het is dus belangrijk dat de tandarts het juiste middel voor schrijft en demonstreert hoe u het op de goede manier toepast.

Soms kan het nodig zijn om te helpen om de mond te openen. Bijvoorbeeld als uw pupil overgevoelig is, ongecontroleerde bewegingen maakt of het hoofd steeds strekt of weg draait. U kunt dan met het geven van zogenaamde mondcontrole toch goed poetsen. Het gaat zo:

 
    * Als uw kind niet te groot en te zwaar is, neem hem dan op uw schoot. Grotere kinderen en volwassenen laat u zitten, terwijl u er zelf schuin naast gaat staan.
    * Heeft u de tandenborstel in uw rechterhand, dan zit uw pupil met de rechterzij naar u toe. 
    * Uw linkerarm gaat achter het hoofd langs. U tilt uw elleboog op en buigt daarmee het hoofd naar voren. Hierdoor kan de mond gemakkelijker ontspannen.
    * De wijs- en middelvinger van uw linkerhand legt u rond de kin. De middelvinger gestrekt eronder, tussen kin en keel. De wijsvinger gestrekt op het kussentje van de kin. Uw wijsvinger mag de onderlip niet raken.
    * Laat uw duim op uw hand rusten, niet op het gezicht.
    * Geef nu met uw wijsvinger druk naar binnen en met de middelvinger enige druk omhoog. Dit stimuleert dat de mond zich opent.
 
Het loont zich om te leren hoe u de mond van uw pupil kunt openen. U kunt om een demonstratie vragen en zelf oefenen bij een fysiotherapeut, logopedist, mondhygiënist of tandarts die hier ervaring mee heeft.
 
Zorg dat u ziet wat u doet
 
    * Om goed te kunnen zien wat u doet, kunt u met een vinger in de mond van uw pupil de wang opzij doen en met uw duim de lip weghouden. Dit is belangrijk om pijn of beschadiging van het tandvlees te voorkomen. Steek uw vinger tot het tweede kootje in de wang. Daarmee voorkomt u dat u de nagel van uw vinger per ongeluk in het tandvlees van uw pupil steekt als deze zijn wangen mocht spannen. Als u geen handschoenen gebruik, kunt u een gaasje om uw duim doen, om uw pupil niet met uw duimnagel te bezeren. 
    * Verwijder vóór het tandenpoetsen zo nodig grove voedselresten door uw pupil te vragen zijn mond te spoelen. Of u verwijdert zelf met uw vingers met daarom heen een gaasje de voedselresten. 
    * Als u veel tandpasta gebruikt ziet u door het vele schuim moeilijker wat u doet. U kunt daarom beter weinig tandpasta gebruiken; één halve centimeter is genoeg. Als u weinig tandpasta gebruikt hoeft uw pupil bovendien niet per se te spoelen. U kunt dan volstaan met het uitvegen van de mond met een doekje of napoetsen met een schoongespoelde borstel.

Als het openhouden van de mond heel moeilijk is, dan kunnen bijthoutjes en -blokjes, zoals de tandarts die gebruikt, soms uitkomst bieden. Er zijn bijthoutjes en -blokjes van rubber en van gestoomd beukenhout. Dit geeft geen scherpe splinters, ook niet als het kapot gekauwd wordt. Vraag aan de tandarts of mondhygiënist waar u ze kunt bestel len. U kunt aan hen ook advies vragen over het gebruik ervan.

De regelmatige controle en gewone behandelingen zoals het verwijderen van tandsteen kunnen doorgaans door uw eigen tandarts of mondhygiënist worden uitgevoerd. Als een tandarts het moeilijk vindt om iemand met een handicap te behandelen, kan hij (tijdelijk) verwijzen naar een collega die daarin meer ervaren is. Dit kan een tandarts in de buurt zijn, een tandarts die verbonden is aan een instelling voor mensen met een handicap, of een tandarts bij een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde.

Bij mensen met slikstoornissen en last van zuur dat vanuit de maag terugkomt in de mond staan de tanden en kiezen extra bloot aan de inwerking van zuur. Tanden en kiezen lossen daardoor sneller op. Vraag in een dergelijke situatie advies aan de tandarts.

Gewoonten zoals tandenknarsen, nagelbijten, kluiven op een pen of potlood, pijproken en de tanden als een schaar of mes gebruiken, vergroten de kans op gebitsslijtage.

Jongeren drinken veel vaker en meer fris-, sport-, andere mixdranken en vruchtensappen. Bovendien zijn de voedingsgewoonten ingrijpend veranderd. Daarom hebben vooral jongeren meer kans op tanderosie

Chloorhexidine is een mondspoelmiddel dat de vorming van tandplak remt. Het is alleen op recept verkrijgbaar. Chloorhexidine wordt gebruikt als de normale mondhygiëne moeilijk of onmogelijk is,  bijvoorbeeld na een tandvleesoperatie. Voor langdurig gebruik is het minder geschikt. Het smaakt niet lekker en het geeft bij langdurig gebruik verkleuringen van tandglazuur en tong.

Fluorose is een stoornis in de ontwikkeling van het glazuur van tanden en kiezen ten gevolge van een teveel aan fluoride. Het is zichtbaar door witte vlekken op het glazuur. Het kan ontstaan doordat een kind gedurende langere tijd steeds een iets te hoge dosis fluoride krijgt gedurende de vorming van het glazuur. Vroeger kwam fluorose meer voor dan nu, omdat er toen vaker fluoridetabletjes werden voorgeschreven of geadviseerd. Fluorose is niet schadelijk.

2024 © 100 Merkversterking. Alle rechten voorbehouden.